Parkeerdrukcijfers en afronding: hoe een halve procent het verschil kan maken bij een omgevingsvergunning

Geschreven door Esmee Hardeman
2 september 2025

In het omgevingsrecht kan een halve procent het verschil maken tussen het verlenen van een vergunning voor bouwen of de weigering daarvan. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 juli 2025. De uitspraak maakt duidelijk dat afronding van parkeerdrukcijfers niet altijd een kwestie van rekenkunde is, maar soms ook een juridische valkuil kan vormen.

De casus: herontwikkeling in Naarden

In de vesting Naarden wilde een initiatiefnemer een bestaand restaurant deels slopen en vervangen door een groter restaurant en vier appartementen. Deze ontwikkeling zorgde ervoor dat de parkeerbehoefte zou toenemen. Omwonenden maakten bezwaar, omdat zij vreesden voor een aanzienlijke toename van de parkeerdruk in de buurt.

Het gemeentelijk parkeerbeleid ging uit van het uitgangspunt van parkeren op eigen terrein of binnen een loopafstand van 100 meter. Indien dit voor een initiatiefnemer niet mogelijk is, bood het parkeerbeleid de ruimte om parkeerplaatsen elders in de omgeving te gebruiken om aan de parkeerbehoefte te voldoen. Dat was in deze casus het geval. Het gemeentelijk parkeerbeleid stelde daarbij één duidelijke voorwaarde: de parkeerdruk op het maatgevende moment in de week moet onder de 85% blijven. Het college van burgemeester en wethouders (hierna: ‘het college’) liet een parkeeronderzoek uitvoeren, waaruit een gemiddelde parkeerdruk van 85,47% volgde. Desondanks besloot het college deze uitkomst af te ronden naar 85% en de vergunning te verlenen.

Het oordeel van de Afdeling: afronden mag niet

De Afdeling is helder: het parkeerbeleid spreekt over “onder de 85%” en dat betekent in de praktijk maximaal 84,99%. Het afronden van 85,47% naar 85% om alsnog onder de norm te vallen, is daarmee in strijd met het gemeentelijk parkeerbeleid.

Daarnaast wijst de Afdeling erop dat het college niet heeft onderbouwd waarom deze afronding representatief zou zijn voor de feitelijke situatie na de ontwikkeling. Omdat het besluit onvoldoende is gemotiveerd, vernietigt de Afdeling de omgevingsvergunning. Het college moet opnieuw beoordelen of het plan voldoet aan de parkeernormen.

Conclusie

Deze uitspraak laat zien dat kleine afrondingsverschillen van enkele tienden van een procent grote juridische gevolgen kunnen hebben. Enkele aandachtspunten:

  • – Gemeentelijk parkeerbeleid is leidend: staat er “onder de 85%”, dan betekent dat ook strikt onder die grens.
  • – Afronden is geen oplossing indien dit niet expliciet is opgenomen in het gemeentelijke parkeerbeleid
  • – Onderbouwing is cruciaal: cijfers moeten representatief zijn voor de feitelijke parkeerdruk na de ontwikkeling.

Voor initiatiefnemers, gemeenten en adviseurs betekent dit dat parkeeronderzoeken uiterst zorgvuldig moeten worden uitgevoerd én gepresenteerd. Afronding mag niet worden gebruikt om een ongunstige uitkomst te verdoezelen. En als het beleid een harde grens stelt, dan moet die ook als zodanig worden gerespecteerd.

Contact

Heeft u vragen over dit artikel of over een specifiek parkeervraagstuk binnen uw gemeente? Neem dan gerust contact met mij op via esmee@liebregtsleistra.nl of via 06 – 2301 8353. Ik denk graag met u mee.

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact