De parkeerbehoefte is vastgesteld. Hoe nu verder? Waar moeten de benodigde parkeerplaatsen komen? Wat als dit niet mogelijk is in de buurt van het bouwplan?
In het artikel ‘Vaststellen parkeerbehoefte’ heb ik uitgelegd hoe de parkeerbehoefte berekend moet worden. De vervolgvraag is: hoe gaat het verder nadat de parkeerbehoefte van een bouwplan is vastgesteld? In dit artikel geef ik antwoord op deze vraag.
Parkeren op eigen terrein – het uitgangspunt
Zodra de parkeerbehoefte van een nieuw bouwplan of een functiewijziging is vastgesteld, is het uitgangspunt dat de initiatiefnemer het aantal benodigde parkeerplaatsen op zijn ‘eigen terrein’ (of op andere wijze) moet realiseren. Het ‘eigen terrein’ is niet altijd uitsluitend het terrein waarop een initiatiefnemer een bouwplan kan realiseren, noch hoeft het in eigendom van de initiatiefnemer te zijn. Uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) van 21 juni 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:2401) volgt dat een nabijgelegen perceel (dat in eigendom is van een derde) ook als ‘eigen terrein’ aangemerkt kan worden, als het omgevingsplan geen definitie bevat van het begrip ‘eigen terrein’. Een initiatiefnemer kan bijvoorbeeld een langjarige huurovereenkomst aangaan en daarin de beschikbaarheid van de benodigde parkeerplaatsen vastleggen.
Indien het aantal benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein kan worden gerealiseerd, voldoet men aan de regels uit het bestemmingsplan. Er wordt dan immers in voldoende parkeergelegenheid voorzien. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling volgt dat een bouwplan pas voldoet aan het bestemmingsplan indien de benodigde parkeerplaatsen daadwerkelijk gerealiseerd en gebruikt kunnen worden (zie ECLI:NL:RVS:2023:937).
Maar wat nu als de parkeerbehoefte niet op eigen terrein kan worden gerealiseerd? Welke mogelijkheden bestaan er dan voor een initiatiefnemer? Of betekent dit het einde van het nieuwe bouwplan?
Niet op eigen terrein – afwijken van het uitgangspunt
Een initiatiefnemer heeft verschillende mogelijkheden om af te wijken van het uitgangspunt dat de parkeerplaatsen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd. Men noemt deze mogelijkheden ook wel ‘ontheffingsmogelijkheden’. Het verschilt per gemeente welke mogelijkheden er allemaal open staan. Dit hebben veel gemeenten vaak opgenomen in de parkeernota. Een mooi voorbeeld is de parkeernota van de gemeente Kampen. In Hoofdstuk 4 van deze parkeernota werkt de gemeente Kampen verschillende mogelijkheden uit om af te wijken van het uitgangspunt dat op eigen terrein moet worden geparkeerd uit en geven deze weer in een overzichtelijk schema.
Vaak voorkomende ontheffingsmogelijkheden zijn:
- – Een parkeeronderzoek waaruit blijkt dat in de omgeving voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn om de parkeerbehoefte op te vangen.
- – Een verzoek voor gebruik van parkeerplaatsen op privaat terrein van derden.
- – Een storting in het parkeerfonds.
Deze ontheffingsmogelijkheden bespreek ik hierna kort.
Parkeeronderzoek
Initiatiefnemer kan een parkeeronderzoek laten opstellen waaruit volgt dat het benodigde aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte kan worden opgevangen. Dit kan een optie zijn indien in de openbare ruimte voldoende restcapaciteit is, bijvoorbeeld in openbare parkeergarages. Het is daarom aan te raden om altijd goed onderzoek te doen naar de mogelijkheden in de omgeving van uw bouwplan.
Het parkeeronderzoek moet aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals:
- – Meten op maatgevende momenten van de dag en week.
- – Meten in een representatieve periode van het jaar (bijvoorbeeld niet tijdens schoolvakanties of evenementen).
- – Parkeerplaatsen moeten zich bevinden op acceptabele loopafstanden van het bouwplan (veel gemeenten baseren dit op de CROW-normen, maar hiervan kan worden afgeweken).
In veel parkeernota’s is overigens tevens als voorwaarde opgenomen dat het afwijken van de parkeerbehoefte alleen een mogelijkheid is, indien de parkeerdruk in de openbare ruimte onder de 85% blijft.
Als het parkeeronderzoek aantoont dat de openbare ruimte voldoende restcapaciteit biedt om in de parkeerbehoefte van het bouwplan te voorzien, kan de gemeente besluiten af te wijken van het uitgangspunt om de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren.
Parkeerplaatsen huren op privaat terrein van derden
Een initiatiefnemer kan ook parkeerplaatsen huren op een privaat terrein van derden. Dit kan alleen als de initiatiefnemer voldoet aan een aantal strenge eisen:
- – Het terrein dient binnen acceptabele loopafstand van het bouwplan te liggen (veel gemeenten hanteren hiervoor de CROW-normen).
- – Er moet sprake zijn van voldoende parkeercapaciteit.
- – Toegang tot het terrein moet te allen tijde en exclusief zijn voorbehouden aan bewoners en/of bezoekers van het bouwplan.
De initiatiefnemer legt de wijze waarop dit wordt gewaarborgd vast in een privaatrechtelijke overeenkomst.
Storting parkeerfonds
Indien de initiatiefnemer niet volledig kan voldoen aan de parkeerbehoefte binnen de hiervoor genoemde kaders, kan de gemeente de initiatiefnemer een mogelijkheid bieden om een bepaald bedrag per niet-gerealiseerde parkeerplaats in een parkeerfonds te storten. Een initiatiefnemer koopt dan als het ware de parkeerplaatsen af. De initiatiefnemer legt de voorwaarden, rechten en plichten en de hoogte van het bedrag vast in een overeenkomst.
De gemeente neemt dan de verplichting van de initiatiefnemer over om in voldoende parkeergelegenheid te voorzien (vaak binnen een periode van 10 jaar). Het komt vaak voor dat het ook voor de gemeente niet mogelijk is om voor het betreffende bouwplan de benodigde parkeerplaatsen te realiseren. De gemeente gebruikt de gelden in het parkeerfonds daarom vaak voor de aanleg van nieuwe openbaar toegankelijke parkeerplaatsen of om de parkeerdruk op een andere manier te verminderen.
Conclusie
Het uitgangspunt is om het benodigde aantal parkeerplaatsen voor uw (bouw)plan op eigen terrein te realiseren. Is dit voor uw bouwplan niet mogelijk, dan betekent dit niet het einde van uw bouwplan. Gemeenten bieden vaak verschillende ontheffingsmogelijkheden van dit uitgangspunt. Zoals: een parkeeronderzoek opstellen waaruit blijkt dat in de nabije omgeving voldoende restcapaciteit is, parkeerplaatsen huren op privaat terrein van derden of een storting in een parkeerfonds. Deze ontheffingsmogelijkheden kunnen dus per gemeente verschillen. Kijk hiervoor in de parkeernota van uw gemeente.
Als u vragen heeft naar aanleiding van dit artikel, kunt u mij gerust bellen of mailen. Ik denk graag met u mee.